Vondst van de Maand: Zilveren naaldenkoker van het Wytenhuis

Deze Vondst van de Maand staat in het teken van een bijzonder voorwerp, namelijk een zilveren naaldenkoker afkomstig van het begijnenhuis het Wytenhuis.

Het huis is aan het begin van de vijftiende eeuw gesticht door de naamgever Wyte van Windesheim. Bij archeologisch onderzoek aan de Pannekoekendijk zijn in 2011 vondsten uit een mestkuil en een beerkelder aangetroffen. Deze kunnen gekoppeld worden aan de zusters van het St. Agathaconvent ofwel het Wytenhuis. Het materiaal en – dus ook de naaldenkoker – kan worden gedateerd in de periode 1450 tot 1524. Na 1524 waren de zusters namelijk door het stadsbestuur genoodzaakt hun domein te verlaten en een nieuw onderkomen te organiseren binnen de stadsmuren.

De koker is rijk versierd en bestaat uit twee, op elkaar aansluitende delen. Zowel de koker als de deksel zijn voorzien van kleine ogen zodat de koker aan een ketting gehangen kon worden. De versiering bestaat uit elementen ter ere van de maagd Maria met daarbij in het bijzonder aandacht voor de Annunciatie van Maria. Op 25 maart wordt, precies 9 maanden voor de geboorte van Jezus Christus, het feest van de aankondiging door aartsengel Gabriël aan Maria gevierd.

De naaldenkoker is verder rijkelijk voorzien van iconografische motieven die naar deze gebeurtenis verwijzen. Zo is op de deksel van de naaldenkoker een vaas met bloemen afgebeeld. Dit staat symbool voor het seizoen de lente. Specifiek het gebruik van lelies staat voor de reinheid van de maagd Maria. Op de achterzijde van de deksel is een S aangebracht met daarbinnen de letters MARIA gedrukt. De letter S verwijst naar de term ‘sanctos’ wat heilige betekent. De bovenzijde van de deksel is in de vorm van het dak van een poort of toren. Dit is in deze periode veel gebruikte setting waarin Maria wordt afgebeeld. Op de zijkant van de koker is Maria met aureool afgebeeld. De decoratie op de andere zijde is niet meer duidelijk zichtbaar. Mogelijk is hier een afbeelding van de aartsengel Gabriël te zien geweest.

De naaldenkoker heeft aan een gordel gehangen waar hoogst waarschijnlijk meerdere onderdelen van naaigerei aan hebben gehangen. Zo’n gordel wordt ook wel een chatelaine genoemd naar het Franse woord voor kasteelvrouwe. De chatelaine werd met name bij klederdrachten tot in de negentiende eeuw gedragen. De chatelaine kan ook wel het Zwitsers zakmes voor de vrouw worden genoemd. Hieraan hingen alle gereedschappen die een vrouw in die tijd nodig kon hebben, zoals schaartjes, vingerhoedjes, sleutel en speldenkussen. Een vrouw droeg de chatelaine vaak onder haar overjurk, terwijl bij de man de chatelaube boven op de kleding zichtbaar was. Mogelijk is een zuster van het Wytenhuis, die misschien van adellijke afkomst was, tijdens het toiletbezoek haar zilveren naaldenkoker verloren.

Dit verhaal staat ook in de Swollenaer, editie 26 juni.

Afbeeldingen
Afb.1. Voorzijde naaldenkoker (Erfgoed gemeente Zwolle)
Afb.2. Achterzijde naaldenkoker (Erfgoed gemeente Zwolle)
Afb.3. The Annunciation, León Picardo, 1501 – 1535 (Museo del Prado, Madrid)