Bij archeologisch onderzoek in de jaren 90 op ’t Eiland in de binnenstad is een bijzondere pot aangetroffen. Potten van dit type zijn gebruikt als voorraad- en transportpotten en worden ook wel martavanen genoemd.
De pot is vervaardigd van Aziatisch steengoed en is aan de bovenzijde voorzien van een bruin glazuur. Vanaf de bodem loopt de pot taps uit waarbij de grootste breedte zich ter hoogte van de schouder bevindt. Op de schouder zijn vier verticale lus-oren bevestigd die gebruikt konden worden om een afdekking op de pot vast te maken of de pot tijdens transport te fixeren. Het exemplaar gevonden op ’t Eiland is met een hoogte van 14,5 centimeter relatief klein. De meeste martavanen hebben een hoogte tot ca 100 centimeter.
De term martavaan verwijst naar de havenstad Martaban in het voormalige Birma, nu Myanmar. In de zestiende eeuw kwamen Portugese handelaren in contact met de Birmese handelswaren in Martaban en hebben vervolgens geconcludeerd dat het productiecentrum tevens in Martaban gevestigd moest zijn. Tegenwoordig weten we dat met name in Zuid-China en in veel gebieden in Zuidoost-Azië (Myanmar, Cambodja, Thailand, Laos, Vietnam, Brunei, Indonesië, Maleisië, de Filipijnen en Singapore) pottenbakkers actief waren. De oudste vermelding van het voorkomen van martavanen betreft achtste-eeuwse beschilderde reliëfs die zich in het Boeddhistische tempelcomplex op Java bevinden.
De Europese zeevaarders, eerst de Portugezen en de Spanjaarden en later de Nederlanders, hechtten veel waarde aan de martavanen. Uit een archiefstuk is bekend dat de Vereenigde Oostindische Compagnie (V.O.C.) in de zeventiende eeuw het dubbele bedrag voor een martavaan vroeg ten opzichte van een vaas van Chinees porselein.
Onderzoek door mw. Van Dijk naar de V.O.C.-handel met het voormalige Birma (nu Myanmar) toont aan dat gedurende de zeventiende eeuw duizenden martavanen op Nederlandse schepen verhandeld zijn. Ondanks deze grote aantallen worden (fragmenten van) martavanen slechts zelden archeologisch teruggevonden. Zo zijn slechts enkele exemplaren gevonden in Alkmaar, Amsterdam, Deventer, Nijmegen en Zwolle.
Aangezien de productie van martavanen over een groot gebied en gedurende een zeer lange periode hetzelfde is gebleven is het erg lastig om de potten aan een productieplaats te koppelen en te dateren. De Zwolse martavaan is in een negentiende-eeuwse context aangetroffen maar dateert hoogstwaarschijnlijk uit de achttiende eeuw.
Dit verhaal staat ook in de Swollenaer, editie 24 juli.
Afbeeldingen
Afb.1. Martavaan van ‘t Eiland (Erfgoed gemeente Zwolle)
Afb.2. Martaban haven, kaart Johannes Vingboons, ca 1670 (Österreichische Nationalbibliothek, 10B88FCC)
Afb.3. Huidige productie martavanen in Myanmar (Pinterest)