Zwolle vangt stormvloedslachtoffers op

Van 4 op 5 februari raast een storm over de Zuiderzee. In het noordwesten van Overijssel breken de dijken en Zwolle schiet te hulp.

De storm vindt op een ongelukkig moment plaats. De dag ervoor is het springvloed en stijgt het water in de Zuiderzee tot een extreme hoogte van 3,5 meter boven NAP. De gevolgen zijn rampzalig. De Overijsselse dijken bezwijken onder het aanstormende water, in korte tijd komt het noordwesten van de provincie onder water te staan.

In Zwolle zelf vallen geen slachtoffers, maar wel in de wijde omgeving. Er komen 305 mensen om en 16.227 koeien en ander vee verliezen het leven. In de omliggende gemeente van Zwollerkerspel zijn 26 doden te betreuren. Van het stedelijk gebied overstromen eerst Mastenbroek, Dieze en Assendorp. Op het moment van de hoogste waterstand zijn ook veel straten en pleinen in Zwolle ondergelopen.

Na afloop van de ramp varen vanuit de stad schuiten uit om mensen in de omgeving te redden en om dode lichamen te bergen. De overlevenden worden opgevangen in het refter op het Bethlehemse Kerkplein, de vroegere eetzaal van het Bethlemklooster. In de Bethlehemkerk ernaast worden na de overstroming aangespoelde goederen verzameld en opgeslagen. En het is niet de laatste keer dat Zwolle slachtoffer is van een stormvloed. In 1916 is het weer raak.