Tijdens het uitwerken van vondstmateriaal in de Erfgoedhotspot in ANNO Stadsmuseum Zwolle is een plooischotel van wit tinglazuur aardewerk aangetroffen. Het materiaal is afkomstig uit een beerkelder behorend bij het voormalige perceel Melkmarkt 7 (huidige Primark locatie). De plooischotel is bijzonder omdat aan de wijze waarop de schotel is vervaardigd de productieherkomst is te herleiden. Bij het tinglazuur aardewerk zijn namelijk twee bakselvormen te onderscheiden; majolica en faience. De hier beschreven plooischotel is een combinatie van deze beide bakselvormen. Voorwerpen die op deze wijze zijn vervaardigd komen niet vaak voor en kunnen worden gedateerd in de eerste helft van de 17de eeuw.
Majolica is een verzamelnaam voor aardewerk dat voorzien is van zowel tin- als loodglazuur. Tinglazuur was veel duurder dan loodglazuur vandaar dat de mooie zijde van een bord voorzien werd van tinglazuur en op de ‘minder’ belangrijke zijde, de onderkant, werd het goedkopere loodglazuur aangebracht. Verder is de dikte van scherf groter dan bij de voorwerpen van faience. Een derde kenmerk van majolica is de wijze van het stapelen van borden en kommen in de oven. De voorwerpen werden door gebruik te maken van zogenaamde proenen op elkaar gestapeld. Op de spiegel van een bord zijn na het bakproces drie beschadigingen zichtbaar die achtergelaten zijn door de proenen. Dit laatste kenmerk is belangrijk bij de determinatie van onze plooischotel.
Faience kan worden gezien als de verbeterde versie van majolica. De voorwerpen konden door verbeterde technieken dunner worden vervaardigd en het voorwerp werd in zijn geheel bedekt met tinglazuur. Ook de wijze van afbakken in de oven werd verbeterd. Door gebruik te maken van zogenaamde ovenkokers en driehoekige pennen konden de voorwerpen in de kokers ‘gehangen’ worden. De beschadigen zijn nu niet meer zichtbaar op de mooie zijde van de borden, kommen en schotels maar op de onderzijde.
De aangetroffen plooischotel is in de faience techniek vervaardigd, met dien verstande, het bord is in zijn geheel voorzien van tinglazuur. Bij de stapelwijze in de oven is nog de oude majolica techniek gebruikt; stapelen middels proenen. Het zijn dan ook de majolica bakkers in de Noordelijke Nederlanden die op deze wijze het Italiaanse en Franse faience probeerden na te maken zonder dat ze de totale techniek onder de knie hadden. Voorwerpen van faience die op een majolica-wijze zijn afgebakken komen met name in de eerste helft van de 17de eeuw voor.
Dit verhaal staat ook in de Swollenaer, editie 17 april.
Afbeeldingen
Afb.1. Plooischotel met proenafdrukken op de spiegel (Erfgoed gemeente Zwolle)
Afb.2. Proen (Museum Rotterdam)
Afb.3. Ovenkoker (Archeologie gemeente Delft)
Afb.4. Plooischotel faience afkomstig van ’t Eiland (Erfgoed gemeente Zwolle)