In de stijl van de oude Grieken en Romeinen krijgt Zwolle in 1841 zijn eigen Paleis van Justitie. Het is ‘één der fraaiste gebouwen der stad’.
Vanaf het begin van de 19e eeuw wordt de rechtspraak in ons land steeds meer georganiseerd vanuit de centrale overheid. Zo moet vanaf 1827 elke provincie een Hof van Justitie krijgen. De Haagse architect Eduard Louis de Coninck (1808-1840) ontwerpt voor Zwolle een statig gebouw met klassieke uitstraling. Leeuwarden krijgt bijna een kopie hiervan, gebouwd in 1851. Het neoclassicisme wordt veel gekozen voor gebouwen van overheid en rechtspraak. Geschiedkundige Willem A. Elberts noemt in 1890 het Zwolse Paleis van Justitie ‘één der fraaiste gebouwen der stad’.
In 1977 krijgt het gebouw aan de Blijmarkt een nieuwe functie. Het wordt eerst de vestiging van de Rijksplanologische Dienst, daarna van museum De Stadshof: een museum voor naïeve en outsiderskunst. In 2005 betrekt Museum de Fundatie het pand. Vlak daarop maakt architect Gunnar Daan plannen voor een noodzakelijke verbouwing tot kunstmuseum. De nieuwe entree bestaat uit glazen deuren met prints erop van de oorspronkelijke toegang.
In 2010 krijgt het witgeschilderde gebouw de originele zandsteenkleur terug. Tussen 2012 en 2013 ontwerpt architect Hubert-Jan Henket een spraakmakende uitbreiding, zonder verandering van de klassieke gevel. Een ‘wolk’, bezet met wit-blauwe tegels, zweeft als het ware boven het gebouw. Een grote glaspartij biedt prachtig uitzicht op de historische binnenstad.