Slag bij de Berkumerbrug

Spaanse manschappen varen over de Vecht richting het Zwartewater. Voor Zwolle dreigt gevaar, maar militairen wachten de vijand op.

De Spaanse veldheer Spinola wil met deze actie op de Vecht op 2 augustus 1606 de oversteek maken van het Zwartewater naar Mastenbroek. Onderweg kunnen zijn troepen fort Kijk op de Vegt en Genemuiden veroveren. Daarna moet het mogelijk zijn om de stad Zwolle in Spaanse handen te krijgen. Maar onderweg wordt de vijandelijke vloot opgemerkt. Mensen waarschuwen Gerard van Warmelo, de drost van Salland en hoogste gezagsdrager in Overijssel. Zonder te aarzelen stuurt hij vanuit Zwolle een troepenmacht van ruiters en soldaten eropaf.

De Staatse troepen vallen de Spanjaarden aan. Ze winnen de slag en achtervolgen de vijand tot aan de Berkumerbrug. Er vallen veel doden. Dit is de enige slag op of bij Zwols grondgebied in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648).

Als het Spaanse krijgsplan was geslaagd, dan waren de opstandelingen in het noorden afgesneden van hun medestrijders in het zuiden. Spinola had een veldtocht in het noorden voor ogen, waarin hij behalve Friesland ook Groningen, Drenthe en Overijssel wilde veroveren. De hele Oostwal van de Zuiderzee zou in Spaanse handen komen. En hulptroepen vanuit het westen zouden worden tegengehouden. Maar dankzij Gerard van Warmelo gaat dit niet door. Zwolle ontsnapt aan een gruwelijk beleg, met stedelingen die als ratten in de val zitten. De gebeurtenis overtuigt de stad om zijn vestingwerken te herstellen en te moderniseren.