Halverwege de jaren ’60 van de vorige eeuw wordt de Sint-Michaëlskerk gesloopt. Het godshuis moet wijken voor het warenhuis van Vroom & Dreesman.
De Sint-Michaëlskerk op de hoek van de Nieuwstraat en de Roggestraat is geen lang leven beschoren. Naar ontwerp van Nicolaas Molenaar sr. uit Den Haag wordt de grote neogotische hallenkerk in september 1892 ingewijd als onderkomen voor de groeiende katholieke gemeenschap. In 1965 wordt hij alweer gesloopt.
De Sint-Michaëlskerk had een hoge spitse toren en een bijzondere inrichting, zoals het acht meter hoge monument met daarin de ‘reliekschrijn’ van de Thomas a Kempis, een kist waarin de stoffelijke resten van deze heilige worden bewaard. Het is een ontwerp van de Duits-Nederlandse beeldhouwer Friedrich Wilhelm Mengelberg.
Het besluit tot de sloop past in de tijdgeest van de zestiger jaren. De nadruk in de oude binnenstad komt te liggen op winkels, kantoren en horeca. Er moet een groot winkelgebied komen met veel parkeerplaatsen en zelfs een vierbaansweg dwars door het oude stadsdeel. Vanuit de binnenstad trekken bewoners naar nieuwe wijken zoals Holtenbroek en de Aa-landen. Ook bedrijven verhuizen naar industrieterreinen buiten de stad.
Bij het afbreken sluipen inwoners de kerk binnen en nemen delen van het interieur mee. De politie weet de roof van de koperen torenhaan te voorkomen. De relieken van Thomas a Kempis zijn uiteindelijk terechtgekomen in de Onze Lieve Vrouwe Basiliek in onze stad.