Na haar overlijden laat Aleida Greve haar woonhuis aan de Melkmarkt na aan minder bedeelde, alleenstaande vrouwen. Dit is Het Vrouwenhuis.
Aleida Greve (1670-1742) is de dochter van de eigenaar van bierbrouwerij De Gouden Kroon in de Voorstraat. Bij gebrek aan rechtstreekse erfgenamen trekt zij zich het lot aan van mensen met minder materiële welvaart dan zijzelf.
In haar testament omschrijft Aleida dat haar woonhuis moet worden ingericht voor het huisvesten van bejaarde weduwen en oude, ongetrouwde vrouwen. In haar huisreglement staat dat er plaats is voor 14 bewoonsters, die lid moeten zijn van de hervormde kerk. Tot 1984 wordt Het Vrouwenhuis bewoond door alleenstaande dames.
Het Vrouwenhuis bestaat uit een aantal panden. Het voorhuis aan de Melkmarkt heeft een prachtige gevel en stamt uit de 14e eeuw. Het is oorspronkelijk een pakhuis aan de Grote Aa: een voormalige waterloop binnen de stadsmuren van Zwolle. Begin 17e eeuw wordt het pand omgebouwd tot een patriciërhuis. Tot halverwege de 18e eeuw wonen invloedrijke en welgestelde Zwolse families in het chique huis. In 1706 gaat Aleida er wonen.
Het pand heeft onder meer een rijkversierde Regentenkamer waar bestuurders bij elkaar kwamen. In de aankleding van Het Vrouwenhuis is de hand van Aleida terug te zien. Er hangen schilderijen die zij en haar halfzus en achternicht hebben gemaakt. De benedenverdieping is nu ingericht als museum, boven wonen studenten van het conservatorium (ArtEZ). Zo is het nog steeds een vrouwenhuis.