Anna van Haerst (± 1555-1639) richt een gasthuis op voor de opvang van oude katholieke vrouwen. Het krijgt de naam van haar man: de Emmanuelshuizen.
Op 30-jarige leeftijd trouwt Anna met Emmanuel van Twenhuysen. Haar man komt uit een gegoede katholieke Zwolse familie. Anna blijft alleen achter nadat Emmanuel en hun enige zoon, Zacharias, overlijden aan de pest.
Een jaar voordat zij zelf overlijdt, koopt Anna drie panden in de stad. Deze liggen in de Praubstraat en de Goudsteeg. In haar testament bestemt zij de panden voor de behuizing van ‘enige bedaechde ende eerbare vrouwpersonen’. De inwoonsters zijn katholiek, hoewel dit niet officieel zo bekend staat. In de Noordelijke Nederlanden, waar Zwolle onder valt, is het verboden om in het openbaar het katholieke geloof te hebben.
De Emmanuelshuizen blijven als gasthuis bestaan tot 1964. Dan worden ze verkocht aan de stad. De Stichting Emmanuelshuizen gaat financiële ondersteuning bieden aan katholieke doelen. En het bezit een grote collectie waardevolle, eeuwenoude religieuze boeken die door katholieken aan de Emmanuelshuizen in beheer zijn gegeven. Tegenwoordig zijn de kostbare boeken onderbracht bij de Collectie Overijssel.
‘Het Langhuis’ aan de Goudsteeg nr. 8, onderdeel van de Emmanuelshuizen, is nu een kunstgalerie. Het gebeeldhouwde 17e-eeuwse poortje aan de Praubstraat is afkomstig van het voormalige Hervormde Weeshuis (Broerenstraat) en is in 1991 geplaatst.