Wat blijft er van je over als er niemand voor je vecht
Ik heb van het leven vrijwel niets verwacht
Geluk is nou eenmaal niet te achterhalen
Wat geeft het in een koude voorjaarsnacht
Zingen de onsterfelijke nachtegalen
Uit: DE PERFORMANCE | EE/1074 | Robby Hoesenie
De zoektocht naar een teken
Het verhaal van de Wilde Deerne sprak theatermaker Robby Hoesenie aan. In haar verhaal ziet Robby parallellen met zijn eigen familiegeschiedenis. ‘Waar herken ik mijzelf in de stad? Ik loop door de straten met familiewapens op de gevels, mijn familie heeft geen wapen dus moet ik het wapen dan maar zijn.’ De talenten van 24ANNO lopen door Zwolle, langs de plekken waar de verhalen zich hebben afgespeeld. De historie van de stad is zichtbaar op elke hoek van het centrum, weerspiegeld in de oude gebouwen die ook Anna Maria Jennaert gezien moet hebben terwijl zij in 1717 in een kooi vervoerd werd naar de Grote Markt, om daar als attractie tentoon te worden gesteld.
Het gekooide mens heeft vele namen gekend. Puella Transisalana, l’enfant sauvage, het wolfsmeisje en wildinne. De Zwollenaren noemen haar aanvankelijk een wolfskind. Het raadselachtige meisje wordt in 1717 in de bossen bij Zwolle gevangen. Historicus Wim Coster beschrijft haar in zijn boek Het wolfsmeisje: ‘ze was vuil, kon niet praten en leefde van voedsel dat ze in de natuur kon vinden.’ Een vreemde in een vreemde stad. Een Wilde Deerne.
‘De Deerne doet wat elke vreemde in zekere zin met ons doet. Ze plaatst op ultieme wijze vraagtekens bij onze gecultiveerde identiteit. Zij is de ander in optima forma en daarmee breekt ze de cirkels open waarin onze gedachten gevangen zitten’
Oud-stadspastor Zwolle, Mariska van Beusichem – Het Wolfsmeisje – Wim Coster – p 159
De vreemdeling op de Grote Markt legt een eeuwenoude, wezenlijke vraag bloot. Wat doen we met de vreemde, de ander, wanneer die zich aandient? Wegjagen of opnemen? Afstand nemen, of dichterbij komen. Voor beide is wat te zeggen. De wilde Deerne is zo anders dan de Zwollenaren. Ze past in geen enkel hokje. Ze heeft kenmerken van menselijkheid, het is een meisje, het is een dier.
‘Ik houd niet van wapens, dus doe mij maar een teken.’ voegt Robby aan zijn woorden toe. Een teken van medemenselijkheid, de bereidheid om de cirkel te doorbreken kwam voor de Wilde Deerne in de vorm van Geesien Derks, waardin van logement de Misverstand, naast de Peperbus, die zich over het meisje ontfermde en dichterbij durfde te komen. Ze nam haar in huis en verzorgde haar als een pleegmoeder zonder zich door angst te laten leiden. Na verloop van tijd bleek dat de Wilde Deerne, zoals ze inmiddels in de volksmond werd genoemd, de lang verloren gewaande Anna Maria Jennaert uit Antwerpen was, die op jonge leeftijd werd ontvoerd.
Ze verdwijnt… zonder spoor
Iemand kan toch niet zomaar verdwijnen?
Of… mag toch niet zomaar verdwijnen?
En ik… wij… moeten toch de weg… terug… kunnen vinden?
Het wolfsmeisje – Wim Coster p. 147
De Wilde Deerne kreeg een kunstwerk
Robby verbindt zich met zijn performance in spoken-word, beatbox en muziek, net als Wim Coster, Ko van den Bosch en de theatermakers van De Wilde Deerne, beeldend kunstenaar Damian Kapojos, en nu ook fotograaf Jasper Abels, aan het historische verhaal van Anna Maria Jenneart. In een indrukwekkende performance met de 55 zangers van Koorbazen, herinnert hij ons opnieuw aan haar bijzondere leven. Aan het meisje dat na ruim 18 jaar met haar moeder herenigd werd, omdat iemand zich haar toevallig herinnerde.
Met toeval moet je het doen
Je bouwt je leven op uit ontmoetingen.
Meestal gaat het goed, soms ook niet.
Er is veel toeval. En haar kinderen heten Pech en Geluk.
Het toeval houdt van beiden evenveel, maar wij niet.
Wij houden van geluk net iets meer dan van pech.
Uit het script – De wilde Deerne – Ko van den Bosch
‘Nadat het blonde meisje met de zwarte ogen is binnengebracht, bekijkt Anna nauwkeurig haar hoofd en dan roept ze: ‘Dit is mijn kind!’
Het Wolfsmeisje – Wim Coster p. 39
Een rekening aan de moeder van Anna Maria voor de kleding van haar dochter, die 300 jaar later nog in het archief te aanwezig is, toont het bewijs van haar bestaan. Het standbeeld, dat na de theatervoorstelling in 2018 als eerbetoon aan deze bekende vreemde met de naam Anna Maria Jennaert aan de voet van de Peperbus werd geplaatst, herinnert ons blijvend aan haar bestaan. Wanneer Robby oog in oog met het standbeeld staat, pakt hij haar uitgestoken hand en belooft hij haar plechtig: ‘de moedigste poging ooit te doen’ om haar verhaal op 19 april 2024, opnieuw betekenis te geven.
Mijn betovergrootvader een tattoo
Iemand mag toch niet zomaar verdwijnen…
‘Het herinnert me aan mijn familiegeschiedenis’. Robby toont een tattoo op zijn borst. ‘Dit is het contractnummer van mijn betovergrootvader, in de lijn van mijn moeder.’
Er was eens… zo’n verhaal. Niemand weet hoe het echt begon. Geen stamboom, geen register, geen naam in een archief. Ik heb zoveel vragen maar nog meer gaten. Ik ben nieuwsgierig, maar ik ben niet naïef. Geen notitie en zonder schrijfsels? Geen land, geen kaart, geen archief.
Uit: DE PERFORMANCE | EE/1074 | Robby Hoesenie
‘Een teken, mijn geschiedenis in inkt op mijn borst. Als een reizend familiewapen neem ik het met me mee.’ Het contractnummer onthult een lange geschiedenis. ‘Mijn ouders komen uit Suriname. Ze zijn beide daar geboren en wilden helemaal niet weg, in Suriname lag hun thuis.’ Met het plan en verlangen om weer terug te keren naar hun thuisland, verlieten de ouders van Robby Suriname om geld te verdienen in Nederland. ‘Thuis in je hart ben je alleen met je dierbaren. Mijn broer en zus bleken, eenmaal terug in Suriname, ‘te Nederlands’ en waren daar de vreemde Wilde Deernes. Dat deed mijn ouders besluiten alles op te geven wat ze hadden opgebouwd in Suriname en opnieuw te beginnen in Nederland.’
Ik ben hier geboren, dat noem ik thuis, maar waar kom ik dan vandaan. Ik leef in een kloof tussen twee werelden in. Dankzij hun harde werken, heb ik de tijd kunnen nemen, om even stil te kunnen staan, er zit een probleem in mijn verleden en daar loop ik tegenaan.
Ik probeer achterom te kijken naar de voetstappen in het zand, die met de tand des tijds verdwenen, maar mijn toekomst heeft bepaald.
Het verleden is een enorme berg tijd, zoiets als de Himalaya.
En er komt steeds meer bij.
Als je geen pauze neemt, word je ingehaald door het verleden.
En dan dus nooit meer teruggevonden.
Uit: DE PERFORMANCE | EE/1074 | Robby Hoesenie
“Vorig jaar ben ik samen met mijn moeder op zoek gegaan naar onze familiegeschiedenis. Een zoektocht naar mijn wortels, mijn afkomst. Zonder een oude rekening voor kleding, zonder overzichtelijk archief. Zoeken naar een speld in een hooiberg.’ Iemand mag toch niet zomaar verdwijnen? Ze vonden een ‘arbeiderscontract’. De nevel rondom het mysterieuze verleden trekt op. Een contractarbeider.
Hij is 20 jaar oud, een kop kleiner dan ik. 1,53m. Zijn haren zijn zwart, zijn ogen zijn donker. Hij heeft een litteken op zijn linkerschouder en draagt geen shirt. Een rode tunieken broek, een band om zijn hoofd, aftandse slippers. Volgens het contract heeft hij kinderen maar in mijn ogen is hij nog een kind.
Uit: DE PERFORMANCE | EE/1074 | Robby Hoesenie
‘Mijn moeder en ik lezen samen het contractnummer EE/1074. Hij had een naam toen hij uit zijn land vertrok. Zijn naam is Seru Guman. Kaste: mosulman, district: basti. Hij draagt dezelfde naam als mijn moeder. Vijf jaar lang werkte hij op plantage vriendsbeleid en ouderzorg. Dan krijgt hij een stuk land. Hij krijgt kinderen, de kinderen krijgen kinderen en die krijgen kinderen die kinderen krijgen en een van die kinderen is mijn moeder. Haar naam, is zijn naam, is mijn naam. Doordat ik zijn naam weet, voel ik mijn wortels. Ik snap beter hoe ik mijn plek in de tijd moet vinden. Door te leren over het verleden, kan ik in het heden beter kijken naar mijn toekomst”
Iemand mag toch niet zomaar verdwijnen
De onbekende mag toch niet zomaar verdwijnen. Wilde Deerne, betovergrootvader, er is bewijs van bestaan. In brieven, rekeningen, arbeidscontracten, opgeslagen in kasten, lades, archieven. Bestaansbewijs, bestaansrecht, wat als niemand je zoekt? Dan ben je een vreemde, een nummer, een rimpel in de tijd. Dan ben je overgeleverd aan de bereidheid van een ander om jouw verhaal te vertellen. Robby strekte zijn hand uit naar Anna Maria Jennaert en Seru Guman en beloofde hen: ik draag jullie verhaal, als een familiewapen op een gevel en ik zal zorgen dat jullie niet zomaar verdwijnen.
Lieve Anna Maria
Ik pak je uitgestoken hand
Jouw verhaal voelt als van mij in zoektocht naar mijn roots
Gaf je antwoord op mijn vragen
Je brak de cirkels in mijn hoofd
Ik zal jouw verhaal vertellen
Dat heb ik je beloofd
Slotgedicht uit DE PERFORMANCE | EE/1074 | Robby Hoesenie