Na ruim vier eeuwen geduld krijgt de stad zijn felbegeerde kanaal naar de IJssel: de Willemsvaart. Eindelijk is Zwolle een IJsselstad!
Het is koning Lodewijk Napoleon die toestaat een vaart te graven van de stadsgracht naar de rivier. Halverwege de klus wordt de koning afgezet door zijn broer, keizer Napoleon. Het werk wordt weer opgepakt en afgerond onder koning Willem I. Het kanaal krijgt daarom zijn naam.
Vooral voor het vervoer van turf is het kanaal een uitkomst. Het maakt de afstand tussen de grote veengebieden ten noordoosten van Zwolle en de IJssel een stuk korter en veiliger voor het turftransport. Maar voor stoomschepen is de waterweg te smal, net als de sluizen. En de bocht bij de aansluiting op de stadsgracht kunnen grotere schepen niet maken. In de jaren ’70 van de 19e eeuw is de Willemsvaart aangepast om de problemen te verhelpen.
In de jaren ’10 van de 20ste eeuw ziet het ernaar uit dat de Willemsvaart betrokken wordt bij de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen in Zwolle. Maar de plannen vertragen en bovendien breekt de Eerste Wereldoorlog uit. Niet aan de Willemsvaart, maar in buurschap De Voorst komt het eerste grote bedrijventerrein na de Tweede Wereldoorlog. Het krijgt een eigen waterweg, het Zwolle-IJsselkanaal. Vervolgens gaat de Willemsvaart dicht voor het doorgaand scheepvaartverkeer. De vaart wordt gedeeltelijk versmald en drooggelegd. Wel blijft het 19e-eeuwse sluizencomplex aan de IJssel, dat nog in zeer goede staat is, gespaard als Rijksmonument.