Iconisch Zwolle: Sassenpoort

Iconische Zwolle

Hoe hebben de Zwolse markten vroeger geklonken? En wie hebben hier gewoond? Laat je onderdompelen in de blik van jonge Zwollenaren op het Zwolse verleden. Tijdens de audioroute Iconisch Zwolle komen de plekken in de Zwolse binnenstad van vroeger weer tot leven. Historische feiten zijn verweven met fictie. Studenten hebben de verhalen geschreven waar jij naar gaat luisteren en Jeroen Allema neemt jou mee langs de verschillende plekken. Veel luisterplezier!

Deze route is ontwikkeld in samenwerking met eerstejaars studenten van ArtEZ in opdracht van ANNO.
Locatie: Sassenstraat 53.

Transcriptie: Iconisch Zwolle – Sassenpoort
Verteller:
We staan hier bij de ingang van de binnenstad: de Sassenpoort. Zelfs na zes eeuwen staan deze roodbruine stenen nog altijd sterk. Haar ronde kasteeltorens rijken ver boven de andere gebouwen uit en de klok op de middelste toren vertelt menig langslopende Zwollenaar de tijd. Als je onder de boog aan de voorkant gaat staan en naar boven kijkt, kun je de gleuf zien waar nog steeds een valhek in verstopt zit. Toen in 1407 Zwolle toetrad tot het Noordduitse Hanzeverbond, betekende dat grote rijkdom voor de stad. De poort, waarvan twee jaar later in 1409 de bouw door “Meister Henric van Roden en de sijne knechten” werd afgerond, staat dan ook symbool voor de welvaart. Iedereen die de stad in wilde moest door deze poort en dus stonden er elke dag poortwachters klaar om de bezoekers en hun wagens te controleren. Zo ook in de zestiende eeuw. Niet elke dag was even enerverend voor hen, maar 4 maart 1524 bleek een zinderende dag voor de wachters. De hertog van Gelre, Karel van Egmont, kwam die dag namelijk Zwolle bezoeken.

Poortwachter: Aan het begin van deze eeuw waren we nog trouw onder de bisschop van Utrecht, Filips van Bourgondië. Maar wij Zwollenaren waren niet zo gesteld op hem, daarom verkozen we in 1521 de hertog van Gelre als onze landheer. Maar nu, drie jaar later, zijn we eigenlijk wel weer klaar met de hertog. We willen terug naar de bisschop van Utrecht. Een paar dagen geleden kregen we bericht dat de hertog naar ons Zwolle zou komen om dit even te bespreken. Hij zal hier wel een woordje op tegen hebben natuurlijk. We verwachten hem op ieder moment hier.

*geluid van een naderend paard en wagen*

Poortwachter: Halt!

*paard komt tot stilstand*

Poortwachter: Naam alstublieft.

Monnik: Age Tjalkema, scribent van het Harlinger Klooster, poortwachter.

Poortwachter: Wat is de reden voor uw bezoek?

Monnik: Ik kom hier op verzoek van de herbergier.

Poortwachter: Heeft u documentatie voor uw bezoek?

Monnik: Ik was niet bewust dat er schriftelijke toestemming vereist is.

Poortwachter: Geen documenten, geen toegang. Kom terug als u in bezit bent van de vereiste papieren.

Monnik: Ik heb dagen gereisd, geachte poortwachter. Ik kom de herbergier slechts voorzien van een lading bier.

Poortwachter: Wacht… bier?

Monnik: Ja, heer poortwachter.

Poortwachter: U beschikt niet over de papieren, maar stel dat er onderweg drie vaten bier verloren zou zijn geraakt, dan zou ik wellicht een uitzondering willen maken.

Monnik: Dank u, heer poortwachter.

Poortwachter: Ja ja, het zal allemaal wel. Erick, help deze man met die vaten uitladen! Vanavond wordt het feest in ons garnizoen!

Wachters in koor: Hoera!

Poortwachter: Kijk eens wat daar aankomt! Ik dacht dat de hertog alleen zou komen, maar hij heeft een heel gevolg aan soldaten! Dit kan niks goeds betekenen. Wachters! Sta gereed!

*geluid compleet leger dat aan komt lopen, plus paard en hertog*

Poortwachter: Goedendag, hertog van Gelre. Zou ik u om de vereiste documentatie mogen vragen?

Hertog: Ik heb toch geen documentatie nodig?

Poortwachter: Alle gasten van buiten de stad hebben documentatie nodig.

Hertog: Ik ben toch geen gast? Ik ben jullie landheer!

*geluid van hek dat naar beneden komt*

Hertog: Hé, wat heeft dit te betekenen?!

*geluid van dichtslaande poort*

Hertog: Wat denken jullie hier te doen? Mij in de val lokken? Geef me een uitweg, laat me naar binnen!

Poortwachter: Naar binnen? Dat zeker niet. Maar we zullen de poort achter u weer openen zodat u weg kunt zodra u heeft toegezegd ons niet langer lastig te vallen.

Hertog: Ben je helemaal gek geworden? Ik ben jullie landheer! Jullie dienen mij!

Poortwachter: Wij hebben besloten dat u ons bloed en zweet niet waardig bent.                            

*gebons op de poortdeur*

Poortwachter: Hé, houd je rustig daarbuiten! We hebben de pek klaarstaan, die kunnen we zo naar beneden laten storten. Dus trek je terug of ontvang een warm welkom.

Hertog: Blijf van mijn mannen af. Ik beveel jullie de poort te openen, of anders…

Poortwachter: Of anders wat? Volgens mij bent u hier in de minderheid, dus we kunnen u hier zo lang laten zitten als we willen. Wij hebben tijd. En pils. Toch Erick?

Hertog: Oké, ik hoor jullie. Ik zal mij beteren. Dus denk hier alsjeblieft goed over na, want ik kan veel voor jullie betekenen, veel meer dan die bisschop van Utrecht.

Poortwachter: De bisschop was niet altijd de beste leider, maar hij is in ieder geval geen leugenaar. U daarentegen…

Hertog: Verraders! Stelletje blauwvingers!

Verteller: ‘Blauwvingers’, een scheldwoord dat voortgekomen is uit de opgestoken vingers waarmee de Zwollenaren drie jaren eerder nog zo overtuigend de eed van trouw aan de hertog hadden afgelegd. Dat bleken dus valse beloftes. Maar de hertog zelf deed die dag ook een valse belofte: hij zei de Zwollenaren met rust te laten, maar kwam nog geen maand later terug om Zwolle alsnog te belegeren. Uiteindelijk hebben de Zwollenaren zichzelf het scheldwoord ‘blauwvingers’ toegeëigend als geuzennaam. Zij dragen deze naam ook nu nog met trots.